Plichten OR

Rechten houden ook verplichtingen in. De OR is ingesteld voor “…het goed functioneren van de organisatie in al haar doelstellingen…” (WOR art. 2). Een OR wordt daarom geacht zijn taak als adviseur van de directie serieus te nemen en zo te vervullen dat het goed functioneren van de onderneming wordt bevorderd. Concreet betekent dit dat de OR er niet alléén is om betere arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de medewerkers te realiseren. Het betekent ook dat de OR niet onnodig de bedrijfsprocessen mag belasten door te traineren of onzinnige vragen te stellen.

Als de OR informatie wil hebben heeft de OR ook de plicht aan te geven waarom de OR deze informatie nodig heeft. De OR moet dan ook wat doen met deze informatie.

Als de bestuurder erom verzoekt moet de OR ook op het overleg verschijnen, omgekeerd overigens ook.(WOR art. 23)

Een belangrijke verplichting is het inlichten van de achterban. De OR heeft niet de verplichting de achterban te raadplegen bij elk besluit, maar wel de verplichting zich te verantwoorden. De OR moet verslag doen aan de achterban van zijn vergaderingen (WOR art.14). De medewerkers moeten ten slotte weten wat de OR doet in hun belang.

Als de OR deskundigen wil inhuren dan moet de directeur vooraf van deze kosten op de hoogte gebracht worden. De OR hoeft geen toestemming te vragen als deze kosten redelijk en billijk zijn voor het functioneren van de OR.